Friday, October 23, 2009

Persvrijheid in Europa neemt af


Het jaarlijkse rapport van Reporters without Borders laat zien dat de persvrijheid in Europa afneemt. En niet alleen in Italië dat nu op de 49ste plaats staat. Op de lijst van landen met de meeste persvrijheid zien we ook Frankrijk (43ste), Spanje en Slowakije (44ste) jaar na jaar lager scoren, zegt de voorzitter van de journalistenorganisatie Julliard. “Europe should be setting an example as regards civil liberties. How can you condemn human rights violations abroad if you do not behave irreproachably at home?".
Ook de Balkan is geen fijne plek voor journalisten. Aspirant-EU lid Croatië is gezakt naar de 78ste plaats. De laagst geplaatste EU-landen zijn Bulgarije (68ste) en Roemenië (50ste). Nieuwe wetgeving bedreigt de persvrijheid in verschillende landen. Zo is in Slowakije een automatisch recht op antwoord in de wet vastgelegd en krijgt de Minister van Cultuur aanzienlijke invloed op de media.
Aan de top van de lijst zien we nog steeds de noord-Europese staten. Daarbij ook Noorwegen. Qua persvrijheid nr. 1. Als het gaat om de vrijheid van partijen om stemmen te werven kan er ook in dat land nog wel wat verbeterd worden. Nederland is gestegen naar plaats 7. Uitspraken van de rechters over de vrijheid van persfotografen tegenover het Koninklijk Huis en recentelijk over het afluisterschandaal van de Telegraaf zijn gunstig voor de stijgende lijn.

Thursday, October 1, 2009

Sison zeven jaar ten onrechte op zwarte lijst EU


Het Europese Hof in Luxemburg heeft gisteren alle beslissingen van de Europese Raad over de plaatsing van de Filippijnse activist José Maria Sison op de EU-terroristenlijst vernietigd. In 2007 gebeurde dat ook al, maar toen voerde het Hof formele gronden aan. Nu is de uitspraak gebaseerd op inhoudelijke gronden die duidelijk maken dat Sison nooit op de lijst gezet had mogen worden. Het Hof wijst er op dat de Nederlandse overheid al in 2002 de EU-regels voor de zwarte lijst heeft genegeerd. Uit het antwoord van toenmalig Minister van Buitenlandse Zaken de Hoop Scheffer op vragen van SP-kamerlid De Wit (2002-2003, nr. 143) blijkt dat de Nederlandse overheid in feite geen gronden had voor vervolging van Sison voor terroristische daden. Volgens de EU-regels moet een besluit om iemand op de lijst te plaatsen, zijn financiële tegoeden te bevriezen en hem zijn uitkeringsrechten te ontnemen vooraf zijn gegaan door een nationaal besluit om betrokkene te vervolgen wegens terrorisme. Dit is zeven jaar geleden niet gebeurd omdat er onvoldoende aanwijzingen waren . De Hoop Scheffer in 2002: "Onder meer op grond van aanwijzingen van de AIVD dat vanuit Nederland sturing wordt gegeven aan de CPP/NPA is onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie bezien of voldoende gronden bestonden om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen. Dat bleek niet het geval te zijn." Ook een latere poging tot vervolging in 2007 liep overigens op niets uit. Wel is Sison op grond van die vage aanwijzingen van de AIVD eind jaren negentig een vluchtelingenstatus onthouden ondanks gunstige uitspraken van de Raad van State jegens hem. Maar daarmee kon Nederland volgens het Hof dus niet voldoen aan de voorwaarden voor plaatsing op de terroristenlijst. Waarom Nederland toch heeft doorgezet en de andere leden van EU-raad dit hebben geaccepteerd zullen we nooit zeker weten. Jan Fermon, Sison's advocaat bij het Hof, vermoedt dat diplomatieke stappen van de Filippijnse regering en de VS de doorslag hebben gegeven. De zwarte lijst om het terrorisme te bestrijden is misbruikt om bevriende regeringen tegemoet te komen die een politieke tegenstander wilden uitschakelen.

De uitspraak van het Hof is bijzonder kritisch richting Nederland en de EU. In feite zeggen de rechters: u houdt zich niet aan uw eigen regels. Pijnlijk voor de EU, voor de lidstaten en de Europese burgers die er van uit moeten kunnen gaan dat de overheid zelf geen regels overtreedt. En in het bijzonder wrang voor het slachtoffer om dat na zeven jaar te horen. Zeven jaar waarin de strijd eerst gevoerd moest worden om juridische middelen om het besluit aan te vechten. Die waren er namelijk aanvankelijk niet eens. Eenmaal op de lijst blijf je op de lijst. Geen beroep mogelijk. Zelfs de gronden waarop het besluit genomen werd werden in eerste instantie niet vrijgegeven. Dit soort praktijken hoort niet in een rechtstaat. De case-Sison laat zien dat administratieve strafmaatregelen zoals een terroristenlijst niet moeten worden overgelaten aan de politieke beslissingen van regeringen. Dat is ronduit middeleeuws.
Nederland krijgt nu de kans zich te rehabiliteren. Op de eerste plaats is de weg nu vrij gemaakt voor positieve uitspraken van de nationale rechters over Sison's vluchtelingenstatus en de hem toekomende uitkeringen (hij heeft inmiddels al vijf jaar recht op AOW).
Maar Nederland mag ook wel iets terugdoen om het vredesproces in de Filippijnen weer vlot te trekken. Zeven jaar lang heeft Nederland de onderhandelingen tussen de rebellen en het autoritaire Filippijnse bewind in feite gehinderd door de pogingen om een van de belangrijkste onderhandelaars onschadelijk te maken. In de jaren negentig heeft toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Van Mierlo nog gastvrij onderdak verleend aan de onderhandelaars in het vredesproces. Minister-president Kok heeft verzoenende woorden gesproken in Manilla. Sison zei vandaag op zijn persconferentie te hopen dat er voldoende 'reasonable elements' in de Nederlandse regering te vinden zijn om in navolging van Van Mierlo en Kok een bijdrage te leveren aan het oplossen van dit al veel te lang durende politieke conflict.


,