Sunday, January 20, 2008

Europese openbaarheid


Als een kleine middenstander presenteert het Expertisecentrum voor Europees Recht (ECER) zich op internet: "voor al uw vragen over Europees recht en de praktische aspecten van Europa". De website onder de hoede van het Ministerie van Buitenlandse Zaken moet de openheid en transparantie in Europa bevorderen, lezen we in NRC Handelsblad. Een sexy site is het niet, maar er staat wel heel veel nuttige informatie over de praktische betekenis van de EU. Dus een mooi tegenwicht (of aanvulling zo je wil) op de vage, algemene pro en contra verhalen die het politieke debat in Nederland over Europa domineren.
Een aardig voorbeeld is een uitspraak van het Hof over de Eurowob, de Europese wet op de openbaarheid van bestuur. Tegen de wens van de Duitse overheid in en na beroep van Zweden en Nederland heeft het Hof bepaald dat de instellingen een eigen afweging mogen maken over openbaarmaking van documenten. Een veto waarop Duitsland zich beriep bij het openbaar maken van documenten die te maken hebben met de uitvoering van de Habitatrichtlijn, is volgens het Hof niet mogelijk.
Interessant is ook het advies van de advocaat-generaal Maduro van het Hof inzake de VN-sanctieregeling. De automatische bevriezing door de EG van banktegoeden van iemand die door de VN wordt verdacht van terrorisme is ongeldig. Maduro is van oordeel dat de EG de grondrechten moet eerbiedigen van personen die door de Verenigde Naties op de zwarte lijst zijn gezet en zich daartegen niet hebben kunnen verdedigen. Dit advies is uitgebracht naar aanleiding van de zaak van de Saoedische zakenman Yassin Kadi. Ik ben benieuwd of dit ook gevolgen zal hebben voor zaken van andere personen en organisaties die door de EU zelf op een terroristenlijst zijn gezet met overeenkomstige sancties, zoals die van de Filippijnse, in Nederland woonachtige communist Sison. Tegen een hernieuwd besluit van de Raad om hem op de lijst te handhaven is door zijn advocaat beroep aangetekend.
Onlangs vond een gesprek plaats tussen Sison en de Nederlandse kamerleden Mariko Peters en Tineke Strik. Daarbij stelde zijn advocaat, Jan Fermon, dat de administratieve maatregelen tegen het terrorisme al het jarenlange zorgvuldig opgebouwde internationale recht steeds meer in de wielen rijden. Dit zei hij n.a.v. het feit dat bij besluiten om mensen en organisaties op de lijst te zetten geen onderscheid wordt gemaakt tussen internationaal terrorisme en nationale gewapende verzetsgroepen die een bepaalde regering bestrijden. Misschien moeten we het Expertisecentrum eens vragen dit nader uit te zoeken. Hopelijk kunnen ze daarbij dan gebruik maken van de ruime interpretatie van de Eurowob om alle relevante documenten te achterhalen die het Nederlandse beleid kunnen verklaren. Tot nu toe was BuZa zelf op dit punt namelijk bepaald niet transparant.


,