Friday, September 21, 2007
De Europese identiteit bestaat ook niet
Al het overheidsbeleid is gericht op één Nederlandse identiteit, terwijl er eigenlijk helemaal niet één soort Nederlander is. Dat zegt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in het rapport ‘Identificatie met Nederland’ dat vandaag verschijnt. Dat zo'n eenvoudige waarheid vastgesteld moet worden door de hoogst genoteerde denktank in Nederland zegt iets over de miserabele staat van het denken in ons land. Diversiteit is geen vanzelfsprekendheid meer, het is nu onderdeel geworden van een politiek program. We moeten er hard voor vechten. Vreemd eigenlijk, of niet?
Identiteit en identificatie zijn begrippen die ook voortdurend opduiken in het debat over de Europese integratie. De scepsis die heerst in Europa, en met name in Nederland, zou te maken hebben met het feit dat mensen zich niet met Europa kunnen identificeren. Ze voelen zich geen Europeaan, ze voelen zich alleen Nederlander. Of Duitser of Pool of Fransman (geen Belg, dat is weer een ander verhaal). En daar zou dan het grote probleem liggen. Er is nog geen Europese identiteit en zo lang die er niet is zal de EU een kunstmatige constructie van politici en ambtenaren blijven. Mensen moeten een band voelen met Europa anders zal de Europese samenwerking mislukken. Of zoals het in de verklaring van Hannover staat die 15 mei j.l. is opgesteld t.g.v. het 50-jarig bestaan van de Europese samenwerking: "Het Europese project zal alleen dan slagen als mensen zich met het idee van de Europese integratie kunnen identificeren."
Ik geloof er helemaal niets van. Met dergelijke redeneringen wordt de zaak op z'n kop gezet. Mensen krijgen een band omdat ze in de praktijk geconfronteerd worden met het feit dat ze van elkaar afhankelijk zijn en op grond daarvan gaan samenwerken. Door die samenwerking kan er een gemeenschappelijk gevoel ontstaan voor een gemeenschappelijke zaak. Identificatie in de zin van je betrokken voelen bij is geen voorwaarde, maar een gevolg van samenwerking die als zinvol wordt ervaren. Daarvoor hoef je je niet één te voelen met alle samenwerkingspartners. Dat zou betekenen dat elk economisch of politiek verband onmogelijk is. In het samenwerkingsverband kan wel een gemeenschappelijk gevoel groeien, maar ook in de loop van de tijd is volkomen vereenzelviging met de partners geen must. Het wij-gevoel is een ideologische constructie. Het bestaat zelfs niet in een liefdesrelatie. Individuen hebben een identiteit, een gemeenschap is altijd divers.
Kortom, de verklaring van de huidige euroscepsis uit een gebrek aan Europese identiteit of gebrek aan identificatie met het Europese project deugt niet en brengt ons geen stap verder. Deze begrippen vertroebelen het debat en leiden slechts tot vage ideologische verhalen. Ik ben er voor om naar de praktijk te kijken: op welke punten hebben we met wie allemaal wat te maken in de economie en de politiek en hoe gaan we samenwerken om er voor alle betrokkenen het beste uit te halen? Zondag j.l. hebben we in de tent in Leersum aan de hand van heel concrete onderwerpen gediscussieerd over de betekenis van Europa. Er waren nogal wat onderwerpen bij waar we niet uitkwamen moet ik eerlijk zeggen. Maar het type discussie beviel me wel, het zuigt je middenin de Europese politiek zonder vage ideologische verhalen die meer verwarring zaaien dan oplossingen bieden.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
1 comment:
Laten we inderdaad maar praktisch beginnen. Met het constateren van een gebrek aan Europese identificatie - nu hét debat binnen Europese thematiek - beginnen we niks. Geeft eerder een gevoel van onmacht. Wel begin ik er steeds meer van overtuigd te raken dat we Europa moeten gaan vullen. Naast spelregels en organisatie, heeft het een cultuur nodig, mores, checks 'n' balances, kritische journalisten en bewoners - om echt goed te kunnen werken. Identiteit hangt daar wel een beetje mee samen.
Post a Comment