Monday, December 24, 2007
T-shirts en terrorisme
In Denemarken zijn zeven mensen aangeklaagd voor steun aan een terroristische beweging. Ze verkochten T-shirts met emblemen van de FARC (Colombia) en het PFLP (Palestijns Volksfront). De rechter sprak hen vrij op grond van het onderscheid tussen terrorisme (bedreiging van en geweld tegen de bevolking) en rebellie (een opstandige beweging tegen een regiem). FARC en PFLP vallen volgens de rechter in de laatste categorie. En steun aan deze bewegingen valt dus niet onder de wetten ter bestrijding van het terrorisme.
Deze uitspraak is een opsteker voor andere groepen die getroffen worden door anti-terreur maatregelen zoals de Europese en internationale terroristenlijsten. Op deze lijsten staan behalve de FARC en de PFLP ook rebellenbewegingen zoals het New Peoples Army op de Filippijnen. De uitspraak van de Deense rechters slaat een gat in de onderbouwing van het herhaalde besluit van de Europese Raad om bij deze en andere soortgelijke bewegingen zonder enig bewijs of een vorm van proces banktegoeden te bevriezen en elke steun strafrechtelijk te vervolgen.
De vrijspraak in Denemarken is voorts een tegenslag voor de regiems, zoals dat van de Filippijnen, die de terrorismebestrijding maar al te graag aangrijpen om interne politieke tegenstanders, zoals de naar Nederland verbannen Filippijnse communist José Maria Sison, monddood te maken. Gezien de conclusies van het rapport Marty van de Raad van Europa lagen de terroristenlijsten in Europa al onder vuur. De afloop van dit proces geeft extra argumenten om de juridische basis van de lijsten ter discussie te stellen.
terrorismebestrijding, Sison
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment